Montessorimaterialen
Roze toren
Montessori ontwikkelde dit materiaal om de zintuigen te ontwikkelen. Van nature is het kind erop gericht om zichzelf en zijn omgeving te leren kennen. Het neemt onbewust alles uit zijn omgeving in zich op door middel van de sensomotoriek; het neemt informatie op door tegelijkertijd waar te nemen en te handelen. Indien kinderen daartoe de kans krijgen, gaan ze met of zonder speciaal materiaal voorwerpen sorteren op grootte, vorm en kleur, op gevoel, klank, temperatuur en gewicht. Met behulp van de zintuiglijke materialen van montessori worden deze ervaringen op een gestructureerde en ordelijke manier geclassificeerd.
De motorische en zintuiglijke ervaringen vormen de basis voor de ontwikkeling van de intelligentie; door het benoemen van deze ervaringen komt begripsvorming tot stand.
Met de roze toren leert het kind afmetingsverschillen waar te nemen. Ook de motoriek wordt ontwikkeld. Het sluit aan bij de behoefte van een kleuter om te stapelen, verplaatsen en ordenen van voorwerpen.
Bij de roze toren past de kleinste duizendmaal in de grootste..
Bij de bruine trap past de dunste honderd maal in de dikste. ..
Bij de rode stokken past de kortste tien maal in de langste…
Deze roze toren is het eerste wat je ziet als je onze school binnen stapt en hiermee krijgen de kinderen het eerste lesje in de klas!
Metalen omtrekfiguren
Een kind bereidt zich voor op het schrijven zonder dat het schrijft.
Het oefent zijn handen de hele dag door tijdens het oefenen en hanteren van de zintuiglijke materialen en tijdens “de oefeningen van het dagelijks leven”.
Het schrijven bestaat uit een aantal bewegingen, die elk afzonderlijk geoefend kunnen worden. Het leren hanteren van een potlood wordt geoefend met de metalen omtrekfiguren.
Jonge kinderen hebben een voorkeur om figuren die door een omtrek worden aangegeven in te kleuren met lijnen. Het kind kiest zelf de vorm en kleur, het tekent het figuur door om te trekken. Door het invullen van het figuur herhaalt het kind heel vaak de beweging die nodig is voor het hanteren van schrijfgereedschap. Deze beweging kan het kind eindeloos herhalen. Het zet de lijnen in de richting die het wenst en tegelijkertijd ontstaat er een mooi figuur. Het tekenen met de figuren is een voorbereiding zowel op het tekenen als op het schrijven. Door combinaties te maken met geometrische figuren worden lijnen van zeer uiteenlopende lengte gemaakt en wordt het kleur- en vormgevoel en de esthetische vorming ontwikkeld.
Schuurpapieren letters
Schrijven en lezen worden geïntegreerd aangeboden, d.w.z. zij vormen een eenheid waarbij het lezen op een natuurlijke wijze uit het schrijven voortvloeit. Door de vorm van de schuurpapieren letters te zien, te voelen en deze tegelijkertijd te verklanken, legt het kind het letterbeeld vast. Zo koppelt het kind de klank van de letter aan de vorm van de letter (auditieve en visuele waarneming) Als het kind de letters herkent op vorm en klank is dat een voorbereiding op het lezen; als het ze navoelt maakt het een schrijfbeweging. Op deze manier wordt de grondslag gelegd voor het schrijven en lezen.
Dat het kind aan schrijven toe is, is te zien aan het regelmatig inkleuren van de metalen inlegfiguren.
Insteekkaarten
Jonge kinderen bezitten, meer dan later ooit het geval zal zijn, het vermogen om alle indrukken van buitenaf met nauwkeurigheid en op spontane wijze in zich op te nemen en in het geheugen vast te leggen.
Daarom is het jonge kind in staat kennis te maken met de beginselen van aardrijkskunde. Aardrijkskunde vormt enerzijds een concreet onderdeel van de directe omgeving van het kind. Denk hierbij aan begrippen zoals stad, dorp, straat, zee, strand, duinen, kanaal en rivier, die waarneembaar zijn voor het kind. Anderzijds doet de aardrijkskunde een beroep op de verbeelding. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: oceaan, berg, vulkaan, oerwoud, woestijn of poolgebied. Bij dit laatste aspect wordt een veel groter beroep gedaan op het voorstellingsvermogen dan bij het eerste.
Op een montessorischool voeden wij het voorstellingsvermogen met concrete middelen, zoals met aardrijkskundemateriaal (globes, landvormen, inlegkaarten en insteekkaarten), met verhalen, illustraties en filmpjes. Tevens voorziet het materiaal in de kinderlijke behoefte aan nieuwe woorden.
Met de aardrijkskundige insteekkaarten kan het kind zonder hulp van de opzoek /controle kaarten de vaantjes met de namen van de landen of provincies, hun vlaggen of de vaantjes met de namen van de hoofdsteden in de insteekkaarten plaatsen.
Gouden materiaal
Een kind begint op jonge leeftijd te tellen. Zodra het kind de beschikking heeft gekregen over de getalbegrippen 1 t/m 10, wordt hem het gouden materiaal aangeboden. Júíst wanneer het kind alleen nog maar kan tellen van 1 t/m 10 wordt het tientallig stelsel hem zo duidelijk. Het kind leert zien dat alle hoeveelheden onder te brengen zijn in categorieen, die elk ten hoogste 9 kunnen bevatten. Het besef hiervan wordt al gewekt tijdens het uitleggen en vormen van hoeveelheden en getallen. Door het uitvoeren van rekenkundige bewerkingen wordt het inzicht verder verdiept.
Dit werk is nog geen echt rekenen maar een praktisch en concreet uitvoeren van handelingen, gevolgd door afsluitend en ordenend tellen.
Groot vermenigvuldigbord
De eerste ervaringen met optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen doet een kind met concreet materiaal als bijvoorbeeld het gouden materiaal. Ze ervaren optellen als het samenvoegen van hoeveelheden tot een grotere hoeveelheid, aftrekken als het afhalen van een hoeveelheid van een grotere hoeveelheid, delen als het verdelen van een hoeveelheid in kleine gelijke hoeveelheden, en vermenigvuldigen als het samenvoegen van gelijke hoeveelheden tot een grotere hoeveelheid. Deze ervaringen doen ze ook op met de kralenstaafjes, losse kralen en ander materiaal. Via verschillende materialen komt het kind in aanraking met de standaardprocedures voor het cijferen bij de vier hoofdbewerkingen:
* het optellen via het stippenspel en de telramen;
* het aftrekken via de telramen;
* het delen via de deelbak;
* het vermenigvuldigen via het grote vermenigvuldigbord
Met het vermenigvuldigbord maakt het kind grote vermenigvuldigsommen waarbij de tafels van vermenigvuldiging toegepast worden; voorbereiding tot het maken van de standaardprocedure voor het cijferend vermenigvuldigen.
Kist kubussen en kwadraten
Zodra de kinderen in aanraking komen met de “vierkanten” of “kwadraten” van het kralenrek, maken ze kennis met machtsverheffen. Met kwadraten kunnen veel ervaringen worden opgedaan, zoals kwadraten verdelen, kwadraten vergroten, het maken van een twee-of drieterm, tot en met de algebraische formule van (a+b)2
Met o.a. de kubussen van het kralenrek, de kist kubussen en kwadraten, de binomische, trinomische en rekenkundige kubus en de machten van 2 wordt veel concrete ervaring opgedaan. Na veel werken met kwadraten, is het aanbieden van worteltrekken een logisch vervolg. Vanuit het gouden materiaal kan het kind via het knopjesbord tot abstractie komen.
Dit is een leerproces, dat zijn oorsprong heeft in de onderbouw; waar kinderen gedurende de hele montessoribasisschool mee in aanraking blijven en dat zelfs een vervolg heeft in het voortgezet onderwijs.
Door het werken met de kist kubussen en kwadraten leert het kind het berekenen van de derde macht van een tweeterm.
Knopjesbord
Met het knopjesbord oefent het kind het kwadrateren van een getal met symbolisch
materiaal en de vierkantswortel trekken uit grote getallen.